Etstechniek

Voor etsen is het nodig om groeven of putjes in een metalen plaat te maken, zodat daar etsinkt in kan gaan zitten, die je dan onder hoge druk (zogenaamde diepdruk) kunt overbrengen op vochtig etspapier.

De groeven en putjes kun je fysiek maken, dus door met een naald in het metaal te krassen, de zogenaamde droge naald techniek. Of door veel putjes te maken met een zogenaamd wiegijzer. Het begrip “etsen” betekent eigenlijk dat op een chemische manier het metaal “opgelost” wordt. De geschiktheid van een etsvloeistof hangt natuurlijk ook af van het gebruikte metaal.

Metalen platen:
– zinkplaten worden veel gebruikt. Deze platen kunnen geëtst worden met een oplossing van kopersulfaat, of ijzer(3+)chloride (ferrichloride) of met een relatief lage concentratie salpeterzuur. In het laatste geval is goede ventilatie of enige afzuiging wel gewenst.
– koperplaten worden ook veel gebruikt. Een voordeel kan zijn dat er meer afdrukken van een plaat gemaakt kunnen worden. Deze platen kunnen geëtst worden met een oplossing ijzer(3+)chloride of met salpeterzuur. Daarvoor zijn hogere concentraties nodig dan bij zinkplaten. Voor salpeterzuur betekent dat dat er een zeer goede afzuiging nodig is.
– andere platen zijn mogelijk. Bijvoorbeeld aluminium platen. Die bieden niet echt voordeel, maar worden genoemd omdat er op deze site een paar resultaten staan met die platen. In dat geval kan geëtst worden met oplossingen van kopersulfaat of ijzer(3+)chloride.

Metalen platen moeten altijd mooi glad gemaakt worden, anders toont een afdruk ook de oneffenheden in de plaat. Bij beperkte oneffenheden kan dat aantrekkelijk zijn. Voor mooie witte vlakken in de afdruk is een zeer gladde plaat nodig. Daarvoor is goed schuren en polijsten belangrijk. Gepolijste platen zijn ook te koop.

Om de etsvloeistof alleen te laten werken op delen van de plaat waar groeven/putjes moeten komen, moet de plaat afgedekt worden met etsgrond. Er zijn verschillende etsgronden te koop. Ze bestaan uit mixen van harsen en was. Om te zorgen dat de etsgrond goed aan de plaat hecht, moet de plaat goed ontvet zijn. Vaak is het voldoende de plaat met spiritus schoon te maken. Een nog betere ontvetting kan bereikt worden met krijt op de plaat die met een doek verzadigd met ammonia over de plaat gewreven wordt. In de etsgrond kan getekend worden, waarbij de etsgrond alleen daar weggehaald wordt. Door de kleur van de etsgrond kun je zien of de plaat inderdaad op de getekende plek onbeschermd is. In een etsvloeistof zal het metaal alleen op die plekken oplossen.

Na het etsen kan de plaat vrijgemaakt worden van de etsgrond. Dan kan etsinkt op de plaat aangebracht worden, de overtollige inkt wordt er afgeveegd. De plaat wordt bedekt met vochtig etspapier en door de etspers gehaald. Daarmee is op het papier een afbeelding van de etsplaat aangebracht. Uiteraard is de afdruk in spiegelbeeld met het beeld op de etsplaat. Het inkten enzovoorts kan herhaald worden om meer afdrukken te maken.

Scroll naar boven